Basisschool Vrijeschool kennemerland is een vrijeschool in Haarlem-Noord

Basisschool Vrijeschool kennemerland is een vrijeschool in Haarlem-Noord

Taal begint met een
boeiend verhaal.

Vrijeschool onderwijs

De visie van de vrijeschool over de ontwikkeling van de mens komt vanuit de antroposofie, bestaande uit lichaam, ziel en geest. Die visie heeft zich geïntegreerd in de onderwijsaanpak. Een aanpak waarbij het aanbod van de lesstof aansluit op zowel de innerlijke ontwikkeling van je kind, als op vragen die je kind vanuit de buitenwereld bereiken.

Bij de vrijeschool staan we voor een brede ontwikkeling, waarbij we rekening houden met leeftijdsfasen van een kind. Hierdoor maken we duidelijk onderscheid tussen kleuterklassen en jaarklassen (klas 1 t/m 6). De leraar heeft een voorbeeldfunctie. Specifieke onderdelen van het vrijeschool onderwijs zijn het periodeonderwijs, de creatieve vakken, het vak euritmie en de jaarfeesten.


In de tekst hieronder vind je een uitgebreide uitleg over deze facetten.


Brede ontwikkeling

De vrijeschool heeft als uitgangspunt: onderwijzen is ook opvoeden. Onderwijs gaat verder dan alleen goed leren lezen of rekenen. Onderwijs staat ook in dienst van de persoonlijke ontwikkeling, zowel individueel als in relatie tot de sociale gemeenschap. Ieder kind heeft eigen talenten die hij kan ontdekken en ontwikkelen. Daar wil de vrijeschool een rol in spelen om die te ontdekken. Dat vraagt om onderwijs dat verbreedt en de ontwikkeling van een vrije persoonlijkheid aanmoedigt in cognitie, inventiviteit, originaliteit en creativiteit.

Leeftijdsfasen

Binnen het vrijeschoolonderwijs is de ontwikkeling van je kind de leidraad. Kinderen doorlopen verschillende fases in hun leven van kind naar volwassenheid. Daar worden het onderwijs en de lesstof op afgestemd. Zodat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen. In drie leeftijdsfasen van zeven jaar worden de kinderen tegemoet getreden.

Jonge kinderen zijn nog één met de omgeving. De ervaringen die zij daarbij opdoen worden intens beleefd. Zij dienen daarin begeleid en beschermd te worden. Kleuters leren voornamelijk door spelen. De tweede periode, de fase van de basisschool, kenmerkt zich doordat kinderen zo rond het 10e levensjaar zichzelf als eigen ik gaan beleven, los van hun omgeving. Kinderen in deze leeftijd ervaren de wereld vaak in beelden. Het leren komt voort uit die beelden en ervaringen. Jongeren ontmoeten graag de werkelijkheid zoals die is, waaraan zij hun vermogen tot oordelen kunnen vormen.

Als vrijeschool bieden wij, vanuit ons leerplan en in het leerproces, begeleiding aan de ontwikkeling van kinderen in elk van de leeftijdsfase. Wij hopen hiermee een basis te leggen, zodat de kinderen in harmonie leven met hun omgeving, betrokken zijn bij de maatschappij en flexibele, weerbare mensen zijn, die actief in het leven staan.

Kleuterklas en klas 1 t/m 6

De kleutertijd is een unieke fase in het leven van de mens. Enthousiast spelend en bewegend wil het jonge kind de wereld leren kennen en begrijpen via de ervaringen. Het spel is de taal van het kind en zijn weg tot leren. Kleuters leren niet met hun hoofd, maar met hun ledematen en hun zintuigen. Dit is belevend leren via het vrije spel. De verschillende spelvormen en knutselactiviteiten bieden volop mogelijkheden om allerlei dingen te ontdekken én te ontwikkelen. De grove en fijne motoriek, de taal en dingen samen doen. Bij oudere kleuters, vijf- en zesjarigen, wordt het spel steeds doelgerichter. Dit is een van de signalen dat ze binnenkort toe zullen zijn aan het cognitieve leren. De oudste kleuters kunnen en willen al meer taakgericht werken dan de jongere.

Aan de overgang van kleuter naar leerling wordt in de vrijeschool veel aandacht gegeven. Een kind moet in meerdere opzichten klaar zijn voor de overgang van spelen naar leren. In het leerrijpheidsonderzoek kijken we naar verschillende aspecten in de ontwikkeling: motorische, sociaal/emotionele en cognitieve vaardigheden komen aan bod. Ook kijken we in hoeverre de voorwaarden voor het leren lezen en rekenen zijn aangelegd, hoe het kind ruimtelijke begrippen en tijd beleeft en wat het niveau van logisch denken en ordenen is.


De eersteklassers zijn echt leerling geworden. Zij hebben een meester of een juf die hen vertelt en laat beleven wat de wereld te bieden heeft. Om deze reden maken wij onderscheid in het benoemen van kleuterklas en klas 1.

Leraar als voorbeeld

Wij vragen van kinderen dat ze zich blijven ontwikkelen. Dat ze betrokken zijn en een open houding aannemen. Leerkrachten geven daarin het goede voorbeeld. Elke opvoeding is immers zelfopvoeding.


Jonge kinderen krijgen van kleuterleidsters een omgeving geboden waar nagebootst kan worden in gewoontevorming en gedrag. De kleuterleidster is hierin zelf vaak bewust en onbewust een middelpunt. Leerkrachten in de tweede fase dragen een voorbeeldfunctie in hun verhouding tot de wereld. Ze vertegenwoordigen voor de schoolkinderen de maatschappij en hoe je daar van binnenuit mee om kunt gaan in al haar facetten. Leerkrachten in de derde fase worden door jongeren gevolgd in hun existentie, hun passie en voorkeuren.

Toekomst

De kinderen worden voorbereid om zich een weg te kunnen vinden in een snel veranderende wereld, zodat ze daar als volwaardig en creatief mens aan deel kunnen nemen.

We willen dat de kinderen zich gewild en gezien voelen en dat ze leren op zichzelf te vertrouwen en te bouwen. De school draagt bij aan de verbreding en verdieping van hun interesse voor de maatschappij en de wereld. Van jongs af aan worden ze als volwaardig deelgenoot aan hun eigen leerproces benaderd in de driehoek ouder, kind en leerkracht.

Creatief proces

Op onze school is leren een creatief proces, dat ruimte biedt aan authenticiteit, spontaniteit en situationeel handelen. De vaardigheden om op die manier te leren, ontwikkelen we ook door veel aandacht voor kunstzinnige vakken te bieden, zoals schilderen, handenarbeid, handwerken, muziek en toneel. Leren dient je kind om ruimte te bieden voor originaliteit. Voor een eigen inbreng. Onze school staat voor onderwijs dat kinderen prikkelt in hun creativiteit. Waardoor leerstof een levende, bewegende wereld wordt.

Periodeonderwijs

Integratie van de leerstof vindt plaats in de hersenen. Periodeonderwijs geeft de kinderen vanaf klas 1 (groep 3) de gelegenheid zich gedurende een aantal weken in de eerste twee uren van de dag te verbinden met lesstof over één onderwerp. Dat wordt inhoudelijk verdiept en vanuit verschillende kanten aangevlogen. Zo’n periode biedt bij uitstek de gelegenheid om de geboden stof te verwerken. In wisselwerking met de kinderen ontwerpt de leerkracht de periode, waarbij zijn rol verschuift van expert naar adviseur naar begeleider. Wat eigen is gemaakt, heeft vervolg in vaklessen of werkuren. Er wordt geoefend en geautomatiseerd. Een geïntegreerde manier van lesgeven, waarbij aan het einde van een periode de kinderen de lesstof hebben eigen gemaakt en zichtbaar wordt gemaakt door bijvoorbeeld een presentatie.


Euritmie

Vrijeschoolonderwijs vraagt kinderen zich open te stellen. Naar andere kinderen, naar leerkrachten en naar zichzelf. Daarin is een belangrijke rol weggelegd voor het klassikaal gegeven vak euritmie. In deze bewegingsvorm komen klank, ritme en woord samen. Euritmie verbindt, stimuleert de sociale samenhang, maar zorgt er bovenal voor dat kinderen zich openstellen voor de eigenheid in relatie tot de ander en de omgeving. Op basis van deze ervaringen ondersteunt dit vak alle andere vakken en vormt daarmee een wezenlijk onderdeel van het vrijeschoolonderwijs.


Jaarfeesten

Vrijescholen hechten aan het ritme van de seizoenen en wat de natuur brengt. Door het vieren van jaarfeesten worden kinderen zich bewust van het jaarverloop en stimuleren we verbondenheid met de natuur. Voorbeelden van deze jaarfeesten zijn:

  • Michaëlsfeest: Herfst oogst, geschenken van de natuur
  • Kerstmis: Feest van de geboorte
  • Pasen: Ontluiken van de natuur
  • Sint Jan: Natuur in volle bloei

Bron van bovenstaande informatie: Vereniging van vrijescholen